Uit het dagboek van: een projectleider bij Start Foundation

Gisteren heb ik de hele dag afspraken gehad op kantoor; over een bijeenkomst met gemeenten over de financiering van maatschappelijke banen. Wie mag er komen? Aan welke criteria moet men voldoen? Wat willen we bereiken? Hoe houden we het actief? Ook heb ik overleg gehad met onze communicatiemanager over de aanpak rondom de winnaars van de Werk Innovatie Prijs. Hoe gaan we hierin samenwerken met onze partners? Hoe houden we ons eigen belang daarin en welke onderwerpen moeten worden uitgelicht? Tussendoor verschillende telefoontjes gehad van een ondernemer  die met ons wil samenwerken en graag wil weten waar wij op letten en wat wij belangrijk vinden. Daarna gebeld met collega Chris over een aantal projecten; ééntje wilde een uitstel van betaling, de ander had een businessplan opgestuurd en van de derde check ik of we die rapportage nou wel of niet hadden gekregen.

Einde van de middag ben ik nog naar een sociale supermarkt gereden in Helmond om te kijken hoe deze werkt en met name hoe de businesscase in elkaar steekt. Terwijl ik daar rondliep en het geweldige verhaal hoorde hoe zij zich hard maken voor de minima in die gemeente, vult mijn lijf zich weer met energie; hier doe ik het voor. Met een vol hoofd en hart ben ik uiteindelijk teruggereden naar Delft, waar ik woon. ’s Avonds heb ik nog even mijn mail bekeken en mijn things-to-do-lijst bijgewerkt voor morgen.

Vandaag is mijn thuiswerkdag en ik pak mijn things-to-do-lijst op. Dit is veel, maar eerst begin ik met prio 1: vandaag wil ik een notitie over onderwijs voor onze directie af hebben. Het is een onderdeel van ons programma `de parallelle arbeidsmarkt’. We zijn al maanden bezig met de strategie en hebben nu een aantal inhoudelijke lijnen geïdentificeerd die we willen uitwerken. Vandaag ga ik dus verder met de lijn `onderwijs’, daar ligt namelijk een groot vraagstuk waar wij kansen zien voor mensen die weer graag aan de slag willen. Ondertussen denk ik: afstand tot de arbeidsmarkt, blègh, wat een rotwoord, goed dat we daar iets anders voor willen. De hele ochtend zit ik in een onderwijsbubbel en ik produceer een notitie waarin ik een feitelijke onderbouwing doe van de uitdaging die er ligt, maar ook de kansen die er zijn om de groep mensen die wij voor ogen hebben, aan het werk te krijgen. Ik weet: het wordt niet makkelijk om dit van de grond te krijgen, maar als de directie akkoord gaat, dan gaat het gas erop en zoeken we medestrijders die erin geloven. Doel is om met partners eigenaarschap te creëren en werk waar mensen blij van worden, omdat ze graag met kinderen werken. Het klinkt simpel, maar hoe doe je dat en kunnen we met elkaar een entiteit ontwikkelen waarin  mensen opgeleid en begeleid worden en gegarandeerd werk hebben?

Morgen maar een paar afspraken plannen met mensen uit het onderwijs die ervaring hebben met `de doelgroep’. Eens kijken wat zij van deze notitie vinden, dan kan ik het nog aanvullen voordat deze naar de directie gaat. O ja: things to do. Na de lunch bel ik met een platform voor circulaire economie en vraag ik naar hun ervaring met ondernemers die inclusief en circulair zijn. Hoe ervaart zij dit en ziet zij veel kansen? Dit doe ik omdat we ook de lijn circulair hebben en we willen weten hoe kansrijk dit is als het gaat om het creëren van maatschappelijk waardevol werk. Er blijkt een onderzoek te zijn, dat stuurt zij mij toe. Dit noteer ik op mijn … jawel … things-to-do-lijst. Daarna lees ik nog een stuk door over een wijkinitiatief waarin mensen aan het werk geholpen worden; dit is toegestuurd door iemand vanuit mijn netwerk met de opmerking dat dit initiatief veel maatschappelijk waardevol werk kan creëren. Ook bel ik even met mijn collega of hij nog iemand kent bij de gemeente Oss die meer weet over het ambachtscentrum, maar eerst praten we even bij over hoe de week loopt en over zijn tennisprestaties. Na het telefoontje moet ik eraan geloven: zoals altijd loop ik namelijk te ver achter met de administratie … Dus ik doe de muziek aan en besteed de laatste twee uur aan het maken van een projectvoorstel, urenregistratie, voer nieuwe contacten in en eindig mijn dag met een projectevaluatie. 

Ten slotte werk ik mijn things-to-do-lijstje voor morgen bij en stap ik op de fiets richting de bso.